maas

Om de levering van veilig drinkwater te kunnen garanderen is de aanvoer van voldoende Maaswater van goede kwaliteit van groot belang. In opdracht van RIWA-Maas (namens haar leden Dunea, Evides Waterbedrijf en WML) is door ons een model ontwikkeld om een verdiepend onderzoek te kunnen doen naar de verwachte toekomstige beschikbaarheid van Maaswater. Directe aanleiding voor dit onderzoek is enerzijds de zorg over de lage waterafvoer van de Maas in de afgelopen jaren en anderzijds de zorg dat de impact van klimaatverandering (zoals aangegeven door onder meer het IPCC) een extra negatief effect zal hebben op de waterstanden in de Maas. Het doel van het onderzoek is om aan de hand van het ontwikkelde model in beeld te brengen wat de impact van klimaatverandering op de wateraanvoer in het internationale stroomgebied van de Maas kan zijn. Daarmee wordt ook in beeld gebracht wat de verwachte impact kan zijn op de toekomstige beschikbaarheid van Maaswater voor de drinkwatervoorziening.

Klimaatscenario’s

In het onderzoek is op basis van het waterbalansmodel RIBASIM de historische afvoergegevens van de laatste 40 jaar van 4 belangrijke locaties langs de rivier in Frankrijk, België en Nederland geanalyseerd. Ook zijn de veranderingen in laagwaterafvoer in zowel gematigde, gemiddelde als extreme klimaatscenario’s voor de jaren 2050 en 2085 doorgerekend. De resultaten van het model laten een duidelijke trend zien: in vrijwel alle onderzochte klimaatscenario’s en voor alle onderzochte locaties aan de Maas berekent het model langere perioden van lage afvoeren in de zomerperiode. Daarnaast laat het model zien dat de zijrivieren die de Maas in Nederland voeden, zoals de Roer en de Niers, een hele belangrijke rol voor de waterbeschikbaarheid in Nederland spelen. "In vrijwel alle klimaatscenario’s van het KNMI nemen de afvoeren van de Maas in de zomermaanden af”, zegt Marjolein Mens, expert droogte en zoetwatervoorziening. "Met dit nieuwe model is gekeken wat dit betekent voor de beschikbaarheid van drinkwater als je ook rekening houdt met de invloed van de mens daarop: de onttrekkingen van water door landbouw, industrie en drinkwaterbedrijven, en naar de lozingen in de Maas.”

Zorgwekkend

Maarten van der Ploeg, opdrachtgever en directeur van RIWA-Maas: “De uitkomsten van dit onderzoek zijn zorgwekkend. We moeten meer en meer rekening gaan houden met het feit dat klimaatverandering een blijvende negatieve impact gaat hebben op zowel de hoeveelheid als de kwaliteit van ons drinkwater.” Bij laag water is de rivier extra kwetsbaar voor incidenten of (industriële) lozingen, omdat verontreinigingen minder worden verdund en ook nauwelijks worden afgevoerd. Dit kan ertoe leiden dat drinkwaterbedrijven in de toekomst genoodzaakt zijn om vaker een tijdelijke stop te zetten op de inname van Maaswater. Van der Ploeg: “Bij een langdurige onderbreking van de waterinname kan de drinkwatervoorziening van 7 miljoen mensen in gevaar komen. Daarnaast heeft de drinkwatersector op dit moment al te maken met een optelsom van uitdagingen, zoals een verwachte extra groei van de vraag naar drinkwater door bevolkingsgroei, en een toename van zorgwekkende stoffen die de kwaliteit van het drinkwater bedreigen. Tot slot raakt een trend van langere periodes van laag water in de Maas ook andere sectoren, zoals de scheepvaart, de landbouw en de industrie die langs de Maas gevestigd is, even als kwetsbare en beschermde natuurgebieden die afhankelijk zijn van de Maas.”

Oplossingen

Deels kunnen drinkwaterbedrijven de problemen zelf oplossen, maar er zijn ook gezamenlijke maatregelen met anderen nodig. Het onderzoek kan hierbij handvatten bieden.

Deze pagina delen.