De zeespiegelstijging zorgt ervoor dat extreem hoge waterstanden steeds vaker voorkomen. Dat is een probleem, want overstromingen zijn vaak het gevolg van extreem hoog water tijdens een storm. De kans dat het daadwerkelijk een keer misgaat, wordt dus groter naarmate de aarde verder opwarmt. Wat onderzoekers nog niet wisten, is wanneer we een bepaalde toename in overstromingskans kunnen verwachten op een specifieke plek. Dat komt doordat de beschermingsniveaus wereldwijd nogal verschillen. In deze studie hebben onderzoekers daarom een nieuwe methode bedacht waarmee ze dat kunnen berekenen. En dat hebben ze vervolgens gedaan voor bijna 500 plekken ter wereld.

Weinig tijd

Uit de berekeningen blijkt dat de geschatte overstromingskans op meer dan een kwart van die plekken binnen de komende dertig jaar al tien keer hoger ligt. Het gaat om schattingen, omdat het exacte beschermingsniveau niet op alle plekken bekend is. De toename gaat het snelst in centraal Amerika, Zuid-Europa, Zuid-Afrika en delen van Azië en Australië. Om dit verhoogde risico tegen te gaan, zal de kustverdediging snel moeten worden aangepast. “In het algemeen is dat slecht nieuws”, zegt Tim Hermans, klimaatonderzoeker aan de Universiteit Utrecht, “want op sommige plekken blijft er weinig tijd over om maatregelen te nemen.”


Overstromingskans in Den Helder

Een plek die ook is meegenomen in de berekeningen, is Noord-Holland. Voor de kustverdediging bij Den Helder geldt als ondergrens een kans op overstromen van 0.1% per jaar. De nieuwe methode laat zien dat in het scenario waarin we veel broeikasgassen blijven uitstoten, die waterstand in het jaar 2116 door zeespiegelstijging gemiddeld honderd keer vaker voorkomt. De kans op een overstroming bij Den Helder is dan dus veel groter. Hermans voegt daaraan toe: “We moeten er rekening mee houden dat dit punt zelfs al in het jaar 2067 kan worden bereikt. Dat komt doordat er onzekerheden in de berekeningen zijn meegenomen van de waargenomen waterstanden en de verwachte zeespiegelstijging.”

Maatregelen kosten tijd

Volgens de onderzoekers is het van groot belang om te weten wanneer een bepaalde toename in overstromingskans wordt bereikt. Marjolijn Haasnoot, expert klimaatadaptatie bij Deltares en de Universiteit Utrecht: “Het plannen en realiseren van nieuwe adaptatiemaatregelen kost tijd. Zo duurde het decennia om de deltawerken te realiseren na de watersnoodramp van 1953, terwijl de ideeën daarvoor al op tafel lagen”, zegt ze. “Onze nieuwe berekeningen geven beleidsmakers inzicht in hoeveel tijd er nog is voor het realiseren van nieuwe maatregelen op verschillende plekken. Dat is belangrijke informatie voor het plannen van aanpassingen.”

Flexibele plannen

“Vooral in scenario’s waarin we veel broeikasgassen blijven uitstoten, zal de afname van het beschermingsniveau steeds sneller gaan. De tijd voor adaptatie zal daardoor steeds korter worden”, zegt Aimée Slangen, klimaatonderzoeker bij het NIOZ. De onderzoekers benadrukken dan ook dat het belangrijk is om flexibele adaptatieplannen te maken en op tijd te signaleren wanneer aanvullende maatregelen mogelijk versneld in gang gezet moet worden. Wanneer die maatregelen precies nodig zijn, hangt ook af van welke overstromingskansen beleidsmakers onacceptabel vinden.

Verschillende beschermingsniveaus

De hoogte van dijken en keringen wordt vaak afgestemd op de hoogte van extreme waterstanden. Hoe kleiner de kans dat de extreme waterstand waartegen de dijk bestand is voorkomt, hoe hoger het beschermingsniveau. In Nederland verschilt de norm voor de overstromingskans van dijken behoorlijk: in de meeste gebieden aan de noordelijke kust en in Zeeland geldt als ondergrens een overstromingskans van eens in de 1000 jaar, maar de maximale overstromingskans die wordt gehanteerd in de buurt van Den Haag en Rotterdam is kleiner, namelijk eens in de 10.000 tot 30.000 jaar. In andere gebieden, zoals Zeeuws-Vlaanderen en Ameland, geldt juist een grotere kans. Wereldwijd verschilt het beschermingsniveau ook sterk.

Deze pagina delen.