Hoe mondiale studies over zeespiegelstijging van nut kunnen zijn voor besluitvormers
Studies over zeespiegelstijging kunnen heel nuttig zijn voor lokale besluitvormers en de adaptieplannen. Maar welke resultaten hebben de meeste impact voor lokale en mondiale besluitvorming en wat kunnen onderzoekers doen om de impact van hun bevindingen te verbeteren? Onderzoekers van Deltares, de Wereldbank, UC Berkeley en Utah State University gaven hun visie op deze vraag en publiceerden de resultaten in Nature Climate Change. Deltares-experts Ad Jeuken en Kees van Ginkel concentreerden zich op het nut van mondiale modelstudies voor besluitvorming op nationale schaal.
Groeiende behoefte
Door de toename van extreme weersomstandigheden zijn de gevolgen van klimaatverandering voor iedereen duidelijk. Het besef dat naast mitigatie ook adaptatiemaatregelen dringend nodig zijn, groeit. In termen van modellering en beslissingsondersteuning neemt de noodzaak om de effecten, kosten en baten van adaptatieoplossingen te analyseren snel toe.
Daarom moeten de mogelijkheden van modellen om dit op een nuttige en effectieve manier te doen, worden verbeterd. Het inschatten van de effecten van adaptatie met een mondiale, op data gebaseerde analyse is nog uitdagender, omdat voor oplossingen lokale informatie nog belangrijker wordt.
Soms bruikbaar
Het belangrijkste argument van Deltares-auteurs Ad Jeuken en Kees van Ginkel is dat mondiale studies de besluitvorming op elk niveau kunnen beïnvloeden, maar niet direct alle soorten beslissingen. Mondiale studies kunnen bijvoorbeeld niet worden gebruikt voor het ontwerpen van een dijk, maar in plaats daarvan bijdragen aan agendabepaling, toewijzing van financiële middelen, capaciteitsopbouw en strategische planning voor de lange termijn.
Drie criteria
Op modellen gebaseerde, mondiale onderzoeken zijn nuttig wanneer ze aan drie criteria voldoen:
- Geloofwaardigheid (kwaliteit)
- Nut en waarde (welke bruikbare resultaten kun je produceren)
- Legitimiteit (is er een landingsplek, publiek, op de juiste tijd en plaats)
Vanuit onderzoeksperspectief kunnen niet al deze factoren in gelijke mate worden beheerst. De conclusie is dan ook dat wetenschappelijke studies uitgegeven door en met beleidsmakers een grotere impact hadden dan de studies die alleen door de academische wereld werden geproduceerd. Vaak sijpelen onderzoekspublicaties van hoog niveau langzaam door in de beleidsarena, waardoor het bewustzijn over klimaatverandering en zeespiegelstijging toeneemt. De IPCC-rapporten van vooral WGII (over impact, adaptatie en kwetsbaarheid) spelen een belangrijke rol.
Toename van hoogwaardige open data
Zoals altijd is er spanning tussen de behoefte aan alomvattende, vergelijkbare en transparante gegevens vanuit wetenschappelijk oogpunt en de behoefte aan meer lokaal relevante informatie. Door de toenemende mondiale beschikbaarheid van hoogwaardige open data en informatie wordt dit schijnbare contrast kleiner.
Experts van de Wereldbank (Blankespoor et al.) benadrukken dat zowel technische experts als de academische wereld helaas weinig prikkels hebben om de grote hoeveelheid onderzoeksdata te vertalen naar toegankelijke gegevens voor besluitvormers die geen deskundige technische ondersteuning of consultants hebben.
Het Deltares BlueEarth initiatief is een mooi voorbeeld van een platform dat de kloof dicht tussen mondiale data en lokaal relevante toepassingen. Het Europese onderzoeksproject REACHOUT geeft een goed voorbeeld van hoe klimaatdiensten kunnen worden getransformeerd om de waarde en legitimiteit voor stedelijke besluitvormers te vergroten.
Combinatie van factoren
De uiteindelijke impact op besluitvorming van modelstudies hangt af van een combinatie functies. Ze moeten starten vanuit lokale realistische en gedeelde besluitvormingsvraagstukken. En ze moeten nieuwe kennis en gegevens sneller en beter toegankelijk maken via ‘climate services’, die bij voorkeur tot stand zijn gekomen in een co-creatieproces met eindgebruikers.