Actualisatie RMM2D : update en aanvullende validatie dflowfm2d-rmm_vzm-j24_6-v1b
Auteur(s) |
T.D. Zijker
|
S.J.H.A. Gradussen
Publicatie type | Rapport Deltares
Uit de actualisatiewerkzaamheden van het tweedimensionale hydrodynamische model van de Rijn-Maasmonding (RMM) in 2024 volgden diverse aanbevelingen die de prestaties van het actuele RMM-model niet alleen moeten verbeteren, maar die het model ook gebruiksvriendelijker moeten maken. Deze aanbevelingen zijn in de voorliggende actualisatie grotendeels overgenomen. Dit heeft geresulteerd in de modelschematisatie dflowfm2d-rmm-vzm-j24_6-v1b. De belangrijkste verbeteringen die zijn doorgevoerd zijn:
• Roosteraanpassingen Volkeraksluizen;
• Roosteraanpassingen Haringvlietsluizen;
• Roosteraanpassingen domein overlap met Rijn- en Maasmodel.
De geactualiseerde modelresultaten zijn gevalideerd aan de hand van standaardsom tbd en een jaarsom voor het jaar 2023.
De modelroosteraanpassingen resulteren in een lichte toename in totale afvoer door de Haringvlietsluizen op ten opzichte van schematisatie j24_6-v1a, zowel voor- als tijdens de storm in standaardsom tbd. Het uitwisselingsdebiet door de Volkeraksluizen neemt toe ten opzichte van schematisatie j24_6-v1a. Dit houdt in dat zowel de hoeveelheid water die tijdens de storm het Volkerak instroomt, als de hoeveelheid water die vervolgens terug het Hollands Diep instroomt, toeneemt. Een afname in maximale waterstand van één tot enkele centimeters is merkbaar in een groot deel van het modeldomein ten opzichte van j24_6-v1a. De grootste afname in maximale waterstand bevindt zich op het Haringvliet (1 – 1,5 cm) en op het Hollands Diep (4 cm). Deze afname in maximale waterstand werkt bovenstrooms door richting de Maas en via de Nieuwe- en Boven-Merwede naar de Waal.
De gemodelleerde waterstanden uit het geactualiseerde model j24_6-v1b vertonen een goede overeenkomst met de waterstandsmetingen op de LMW-stations voor het jaar 2023. Vooral in de maanden met veel spui-inzet verbeteren de gesimuleerde waterstanden, met name op het Haringvliet en het Hollands Diep. De RMSE en standaarddeviatie ten opzichte van metingen neemt af met één tot enkele millimeters ten opzichte van de eerdere versies. Omdat de modelkwaliteit over het algemeen is verbeterd, wordt herkalibratie voor j24_6-v1b niet aanbevolen.
Tijdens de werkzaamheden in 2024 was er beperkt ruimte voor het uitvoeren van een beschouwing van het stroombeeld in de Noordwaard Polder, ten opzichte van j19_6-v2d. Deze validatie is daarom in de voorliggende actualisatie gedetailleerder uitgevoerd voor j24_6-v1b. Ondanks de grote hoeveelheid nieuwe overlaten in de schematisatie van j24_6-v1b ten opzichte van j19_6-v2b, lijkt het grootschalige stroombeeld bij hoogwater plausibel. De waterstand op de Boven-Merwede in j24_6-v1b ligt tijdens storm Pia dichter bij de metingen dan in j19_6-v2d. De reden hiervoor is dat j19_6-v2d een lek bevatte in de noordelijke banddijk, waardoor er onterecht veel water via een kunstmatige opening de Noordwaard Polder in kon stromen. Ten opzichte van j19_6-v2d is de afvoerverdeling over de banddijkopeningen evenrediger verdeeld in j24_6-v1b, wat ook doorwerkt in een gelijkmatigere verdeling van de afvoer door het geulensysteem in de Noordwaard Polder.