grenzen van het storm- en onderhoudsseizoen van stormvloedkeringen : verkenning ruimte voor onderhoud in relatie tot betrouwbaarheid sluiten
Auteur(s) |
D. Teng
|
M.W. Doeleman
Publicatie type | Rapport Deltares
De onderhoudsplanning van de stormvloedkeringen staat onder druk. Op dit moment kunnen niet alle gewenste onderhoudstaken worden uitgevoerd en daarom worden deze in de tijd doorgeschoven. Naast de huidige opstapeling van onderhoud leggen toekomstige veranderingen zoals zeespiegelstijging en veroudering van de keringen extra druk op het onderhoud (Trace-Kleeberg et al., 2022; Deltares, 2023). Onderhoud aan stormvloedkeringen is een belangrijk aspect om te zorgen dat deze voldoen aan de wettelijke waterveiligheidseisen. Door klimaatverandering kunnen de momenten waarop de kering ingezet moet worden veranderen. Zeespiegelstijging zorgt ervoor dat het sluitpeil van keringen aan zee vaker en mogelijk ook in de zomer zal worden bereikt. De “boeggolf van onderhoud” vraagt naar meer ruimte in de tijd om onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. Dit zorgt er gezamenlijk voor dat de huidige splitsing tussen het onderhoud- en stormseizoen mogelijk niet meer houdbaar is. Het overkoepelende doel van dit project is om inzicht te krijgen in de afleiding van deze grenzen en de relatie met de kans op niet-sluiten eis in de Omgevingswet. Met deze kennis kan worden verkend of het mogelijk is om op een transparante/systematische wijze te bepalen wanneer onderhoud veilig uitgevoerd kan worden en of er daarmee mogelijk meer ruimte is om onderhoud uit te voeren. De hoofdonderzoeksvraag van dit rapport luidt: Hoe zijn voor de zes stormvloedkeringen van Rijkswaterstaat de grenzen van het storm- en onderhoudsseizoen afgeleid/besloten en hoe wordt er in de praktijk mee omgegaan? Door middel van zeven interviews met onder andere de faalkansmanagers van de zes stormvloedkeringen is voor elke kering een beeld verkregen hoe in de praktijk met de grenzen van het storm- en onderhoudsseizoen wordt omgegaan. Geconcludeerd wordt dat elke kering een storm- en onderhoudsseizoen hanteert maar de precieze invulling per kering kan verschillen. Het hanteren van deze seizoenen houdt in de praktijk in dat het (meeste) onderhoud wordt gepland in het onderhoudsseizoen omdat de kans op een sluitvraag in deze periode relatief klein is. In de wet is het hanteren van deze seizoenen niet vastgelegd en is daarom ook niet wettelijk vereist.Voor geen van alle zes stormvloedkeringen is officiële besluitvorming van de grenzen van het storm- en onderhoudsseizoen gevonden. Uit het statistische onderzoek van Royal Haskoning (2007b, 2008) en Deltares (2008a) kwam wel eenduidig advies voor (aanpassing of behoud van) de grenzen van de Maeslantkering, Hartelkering en Oosterscheldekering. Voor stormvloedkering Ramspol en de Hollandsche IJsselkering is een statistische analyse uitgevoerd door HKV (2018) en Deltares (2008b). Er is echter geen advies gegeven over de te hanteren grenzen voor een onderhoudsseizoen. Over de Haringvlietsluizen is geen relevante documentatie gevonden.Hiernaast is gevraagd: Hoe verder? Wat is opgevallen, wat is nodig en helpt Rijkswaterstaat op weg naar meer ruimte voor onderhoud aan stormvloedkeringen? Het is opgevallen dat de niet-sluiten faalkanseis in de Omgevingswet door verschillende experts op een andere wijze wordt geïnterpreteerd. De een ziet ruimte voor onderhoud in de wet, de ander leest het als een voorwaardelijke faalkanseis die mogelijk ruimte voor onderhoud beperkt. Om duidelijkheid te verschaffen en hiermee mogelijk meer ruimte/transparantie te creëren voor onderhoud wordt aanbevolen om de wettelijke eis te verduidelijken. In dit rapport worden handvatten/opties beschreven hoe dit verder vormgegeven kan worden.