Maatschappelijke effecten van droogte in een veranderd klimaat en afgeleide kengetallen voor maatschappelijke kosten-baten analyses
Auteur(s) |
J.R. Pouwels
|
M.P. van der Vat
|
T. van Woerkom
|
I. America-van den Heuvel
|
R.R. Melman
|
S.M. Knaake
|
J.M. Reusen
|
C.F. van Strien
|
N. Nappo
|
M. Korff
|
R.M. van der Wijk
|
A.M. van den Hoek
Publicatie type | Rapport Deltares
Voldoende zoetwater is cruciaal voor Nederland. Veel economische sectoren zijn afhankelijk van zoetwater, zoals landbouw, scheepvaart, natuur en industrie. Het Deltaprogramma Zoetwater (DPZW) werkt aan een klimaat-robuust watersysteem in Nederland en het reduceren van droogteproblemen.
Op dit moment wordt binnen DPZW gewerkt aan de onderbouwing van de tweede herijking van de Deltabeslissing Zoetwater. In 2024 zijn de hydrologische zoetwaterknelpunten onderzocht in de Knelpuntenanalyse Zoetwater. Het effect van deze knelpunten op de zoetwatergebruiksfuncties is vervolgens onderzocht in een effectanalyse. Helaas bleken de hydrologische modelberekeningen die ten grondslag liggen aan deze twee studies (de Basisprognoses 2024) niet voldoende betrouwbaar. Daarom zijn ook de resultaten van beide studies (knelpuntenanalyse en effectanalyse) niet direct bruikbaar.
Om toch een beeld te krijgen van de economische doorwerking van de toekomstige zoetwateropgave zijn in dit rapport de effecten in beeld gebracht voor de thema’s landbouw, CO2 uitstoot door veenoxidatie en funderingsschade. Voor deze onderdelen zijn effectmodules toegepast op de vorige Basisprognoses (BP18) om het maatschappelijk effect te kwantificeren. De effecten zijn uitgedrukt in de gemiddelde welvaartsverandering en de welvaartsverandering in een T20 droogtesituatie, voor Stoom2050 en indien mogelijk ook voor Stoom2100. Waar mogelijk is de welvaartsverandering uitgesplitst in de welvaartsverandering veroorzaakt door droogte en de welvaartsverandering door andere oorzaken, zoals prijsstijgingen en temperatuurtoename.
De totale welvaartsverandering van het Deltascenario Stoom2050 ten opzichte van de Referentie wordt geraamd op 1,7 miljard €/jaar, waarvan het grootste deel veroorzaakt wordt door sociaaleconomische factoren. Het effect van meer frequente en ernstigere droogte wordt geraamd op ongeveer 0,25 miljard €/jaar. Opvallend is dat voor landbouw de toegenomen droogteschade gedeeltelijk gecompenseerd lijkt te worden door een stijging van de opbrengst als gevolg van een hogere temperatuur en CO2 concentratie. Voor veenoxidatie zorgt de stijging van de temperatuur juist voor een negatieve welvaartsverandering, die veel groter is dan de verandering door toenemende droogte.
Daarnaast presenteert dit rapport maatschappelijke kengetallen voor de thema’s landbouw, CO2 uitstoot door veenoxidatie, funderingsschade en scheepvaart. Deze kengetallen kunnen gebruikt worden om het maatschappelijk effect in te schatten dat bereikt kan worden bij een verandering in de waterbeschikbaarheid door zoetwatermaatregelen. De volgende kengetallen zijn bepaald:
- Het maatschappelijk effect van verandering in beschikbaarheid van beregeningswater voor de landbouw uit oppervlaktewater;
- Het maatschappelijk effect van verandering in grondwaterstand voor de landbouw;
- Het maatschappelijk effect van verandering in grondwaterstand voor de CO2-uitstoot;
- Het maatschappelijk effect van verandering in grondwaterstand voor schade aan funderingen;
- Het maatschappelijk effect voor scheepvaart (zowel vaarkosten als transportkosten) als gevolg van veranderde debieten en waterdiepten in het hoofdwatersysteem.