Methode voor de geohydrologische beoordeling van het met zandig materiaal verondiepen van plassen (aanvulling in kader van PFAS)
Auteur(s) |
W. de Lange
Publicatie type | Rapport Deltares
In een drainerende rivier kan tijdens een tijdelijke (enkele weken) hoogwaterperiode infiltratie naar het grondwater optreden. Dat gebeurt dan ook in een aanliggende plas en deels via de plasvulling daarin. Na de hoogwater periode stroomt het geïnfiltreerde water terug naar de rivier of plas. Voor het criterium "beïnvloed grondwater blijft bij de bron" is dat toelaatbaar als het maximaal beïnvloede gebied een beperkte grootte heeft. Het beïnvloede gebied rond een vrijliggende plas kan voldoende beperkt worden door de aanwezige drainage in het gebied rond de plas. Om dat te bepalen maken we gebruik van de methode van het “omhullend vlak”. Het omhullend vlak is een 3 dimensionale begrenzing waarbinnen de beïnvloeding vanuit de plasvulling beperkt blijft. Het omhullend vlak wordt bepaald op basis van stroomlijnen in het grondwater rond de plas in een 10 jaar gemiddelde situatie. Bestaat zo'n vlak binnen een grens op 100 meter van de plas-rand dan wordt voldaan aan het criterium dat "het potentieel beïnvloed grondwater nabij de bron blijft". Voor een specifiek geval kan het bestaan van een omhullend vlak eenduidig worden vastgesteld met onderstaande methode.