morfologisch gedrag van de Schaar van Valkenisse : verwachte ontwikkelingen voor de komende 10 jaar op basis van een conceptueel model en kwantitatieve analyses
Auteur(s) |
C. Jeuken
|
C.H. Meijers
|
E.P.L. Elias
|
T. Wolf
|
B. Roest
|
G. van Holland
|
J. Cleveringa
|
K. Lenstra
Publicatie type | Rapport Deltares
Inleiding
De Schaar van Valkenisse ligt in het oostelijk deel van de Westerschelde, in het verlengde van de Schaar van Waarde. Samen vormen ze de grote vloedgeul van het Valkenissegebied. Het Valkenissegebied wordt ook wel aangeduid als macrocel 5 van het meergeulensysteem.
De Schaar van Valkenisse is in gebruik als vaarwater voor schepen met beperkte diepgang. Sinds 2009 is de geul ondieper en breder geworden, door morfologische veranderingen, met name in het ondiepere drempelgebied van de geul. Dit vormt een belemmering voor de scheepvaart.
Deze veranderingen hangen nauw samen met het quasi-cyclische gedrag van kortsluitgeulen (het type drempelgeulen), die de verbinding vormen tussen de grote vloedgeul en de ebgeul in het Valkenissegebied. De VNSC wil inzicht krijgen in hoe de morfologie van de Schaar van Valkenisse zich in de komende vijf tot tien jaar zal ontwikkelen en wat dit betekent voor de toegankelijkheid van de geul voor de scheepvaart.
Aanpak
Het onderzoek bouwt voort op eerdere studies naar het morfologisch gedrag en de rol van kortsluitgeulen in de Westerschelde (Van den Berg et al., 1996; Jeuken, 2000; Swinckels et al., 2009), en de Schaar van Valkenisse in het bijzonder (Cleveringa en de Vet, 2022; Wolf, 2022).
Hypothesen zijn opgesteld over schaalinteracties en terugkoppelingsmechanismen die de waargenomen morfologische ontwikkelingen sinds 1986 kunnen verklaren. Om deze te toetsen, zijn morfologische waarnemingen en numerieke modelresultaten, gegenereerd met een Telemac-model (Chu et al., 2022), gecombineerd en geanalyseerd.
Resultaten
De morfologie van het Valkenissegebied is de afgelopen decennia sterk veranderd. De eerste grote systeemverandering werd waarschijnlijk veroorzaakt door de bochtafsnijding van het Middelgat rond 1955. Deze verandering werd vervolgens versterkt door de eerste verdieping van de vaargeul in de jaren zeventig en het onderhoud tot begin jaren tachtig.
Sinds 1986 is het plaat-geulsysteem korteren relatief stabiel, met twee grote aaneengegroeide plaatcomplexen: de Plaat van Walsoorden en de Plaat van Valkenisse, die gescheiden worden door de Schaar van Valkenisse. In het drempelgebied van de Schaar van Valkenisse komen, na 10 jaar afwezigheid, weer drempelgeulen voor, die een quasi-cyclisch gedrag vertonen op een tijdschaal van enkele jaren tot meer dan een decennium.
Vooral de recentere ontwikkelingen sinds 2003 laten een duidelijke verschuiving zien in het patroon van drempelgeulen. Deze veranderingen vertonen overeenkomsten met de ontwikkelingen in de Everingen in het westelijke deel van de Westerschelde (Jeuken, 2000).
De morfologische analyses voor de periode 1986–2023 geven inzicht in de schaalinteracties en terugkoppelingsmechanismen die de waargenomen veranderingen in de dynamiek van drempelgeulen sturen. Deze interacties vinden plaats tussen de grote geulen, platen en drempelgeulen, en worden mede beïnvloed door menselijke ingrepen op macro-, meso- en microschaal.
Positieve en negatieve terugkoppelingsmechanismen tussen de drempelgeulen en de platen op mesoschaal en het sedimentbeheer lijken cruciaal voor de vorming van een nieuw patroon met grotere en diepere drempelgeulen (Patroon 1) in de komende vijf tot tien jaar. Bij voortzetting van het huidige sedimentbeheer wordt verwacht dat het nog minstens vijf jaar (tot circa 2029) duurt voordat het huidige patroon van meerdere kleine drempelgeulen (Patroon 2) weer overgaat naar Patroon 1.