Download het onderzoek 'Analyse waterveiligheid KinderdijkSchoonhovenseveer (KIS)'

Het onderzoek van Deltares is opgedeeld in twee fases. De meest urgente vraag, is er sprake van een acuut waterveiligheidsrisico, is onderzocht in de eerste fase. Deltares heeft op 2 juli 2021 de resultaten gedeeld met Waterschap Rivierenland. Uit dit onderzoek, dat Deltares samen met externe, onafhankelijke deskundigen uitvoerde, blijkt dat er geen aanwijzingen zijn gevonden dat er sprake is van een acuut waterveiligheidsrisico bij de Lekdijk tussen Kinderdijk en Schoonhovenseveer (KiS).

Ook met inachtneming van nieuwe inzichten voor waterspanningen en realisatie van de constructieve elementen voldoet de huidige dijk nu (ruim) aan de destijds geldende waterveiligheidsnorm en ontwerpmethodiek. Monitoring is wel raadzaam om de ontwerplevensduur te halen. Hiermee kunnen eventuele veiligheidstekorten op termijn, die door lekkage langs constructieve elementen kunnen ontstaan tijdig worden geconstateerd.

In de tweede fase van het onderzoek is Deltares dieper ingegaan op de ontwerpaspecten die Van Baars in zijn rapport noemt. Daarbij is ook gekeken naar welke lessen we kunnen trekken uit dit onderzoek naar de toepassing van deze dijkversterkingsmethode voor HWBP-projecten in het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP).

Dijk Kinderdijk-Schoonhovenseveer veilig, dijkversterking lijkt wel van invloed op de pandschade

Het onderzoek van Deltares naar de waterveiligheid Kinderdijk-Schoonhovenseveer (KIS) laat zien dat er geen sprake is van een direct waterveiligheidsrisico bij de Lekdijk tussen Kinderdijk en Schoonhovenseveer (KIS). De dijk inclusief de palenwandconstructie, die gebruikt is om een deel van de dijk te versterken doet zijn werk. De dijk voldoet aan de veiligheidsnormen, zoals destijds bij ontwerp van de dijkversterking van toepassing. Wel raadt Deltares aan de dijk met name bij de boorpalenwand en de omgeving het grondwater en de ondergrond te monitoren om de levensduur in de gaten te houden. Uit onderzoek blijkt ook dat er een relatie te leggen is tussen de schade bij panden vlak langs de dijk en de dijkversterking.

Monitoring van grondwater en ondergrond langs constructie

Hoewel de onderzoekers de kans klein achten kunnen zij niet volledig uitsluiten dat er bij de aanleg van de betonnen boorpalenwandconstructie een verbinding langs de boorpalen is ontstaan tussen twee van elkaar gescheiden zandlagen op verschillende diepten in de ondergrond. Dit betekent niet dat de veiligheid van de dijk in gevaar is, maar wel dat de levensduur van deze constructie korter kan zijn dan het uitgangspunt van 100 jaar. Door het grondwater en de ondergrond te monitoren kunnen veranderingen in de ondergrond opgemerkt worden.

Het monitoren van het grondwater kan ook meer inzicht geven in de oorzaken en mechanismen van vernatting in het gebied achter de dijk, die bewoners ervaren in het bodemdalingsgevoelig gebied.

Toename van zettingen en vervormingen

De Lekdijk ligt in een gebied dat bestaat uit een slappe veenachtige ondergrond met een lintbebouwing dicht langs de dijk. Het realiseren van een dijkversterking is daarmee een complexe opgave. Bouwen op een slappe ondergrond zorgt voor kortdurende en langdurende veranderingen in de ondergrond en daarmee risico’s voor panden en percelen in de directe omgeving. De onderzoekers constateren een toename van zettingen en vervormingen in de ondergrond door de dijkversterking. Tijdens de uitvoering van het project zijn de eisen voor de maximaal toelaatbare vervormingen van een deel van de huizen verruimd. De verwachting was dat de verruimde eisen niet tot ernstige schade zouden kunnen leiden. Op basis van de beschikbare informatie is destijds een weloverwogen beslissing genomen. Achteraf gezien blijkt de onderbouwing hoe met de onzekerheden in ondergrond en paalfunderingen is omgegaan niet overtuigend.

Met de verruiming van de vervormingseisen voor de panden langs constructieve oplossingen had het meetplan heroverwogen moeten worden om horizontale en verticale vervormingen aan de panden beter te kunnen monitoren. Dit is onvoldoende gebeurd waardoor er tijdens de uitvoering niet tijdig kon worden bijgestuurd. De geconstateerde schade bij een aantal huizen lijkt daarvan het gevolg. De schade is per pand verschillend en niet gekwantificeerd in het onderzoek.

Leerpunten voor andere dijkversterkingsprojecten

Dijkversterkingen grijpen in op het water- en bodemsysteem en geven risico’s voor de omgeving. Grondonderzoek en het inzichtelijk maken van grondwaterstromingen vooraf, maar juist ook monitoring tijdens werkzaamheden, helpen om tijdig maatregelen te nemen en de risico’s te beperken. Wanneer er sprake is van een constructie die door water en niet-watervoerende lagen gaat is het raadzaam om het grondwater en de ondergrond specifiek te monitoren tijdens de uitvoering om veranderingen in grondwaterstromingen en vervormingen in de ondergrond direct op te merken. De data kan ook worden ingezet om de mechanismen in de ondergrond te ontrafelen wanneer achteraf de omgeving wateroverlast ofwel vernatting ervaart.

Het waterschap heeft aan het Expertise Netwerk Waterveiligheid (ENW) gevraagd de conclusies van de tweede fase van het onderzoek te bekijken en aanbevelingen te doen voor lopende en toekomstige dijkversterkingsprojecten. Het advies en de aanbevelingen van ENW zijn te vinden op de website van het waterschap. Het onderzoek van Deltares maakt onderdeel uit van een breder onderzoek van Waterschap Rivierenland over de dijkversterking Kinderdijk en Schoonhovenseveer. Deze dijkversterking is uitgevoerd tussen 2013-2018.

Deze pagina delen.