Robuuste kustbescherming

De conclusie van het onderzoek 'Meegroeien met zeespiegelstijging' is dat het zinvol is om natuurlijke processen in te zetten voor onze waterveiligheid. Door zand en slib in te vangen op de overgang van zee naar land ontstaat langs de kust en in de zeearmen een breed ‘stootkussen’ en wordt de kustbescherming robuuster. De kans op een dijkdoorbraak is kleiner, en in geval van een doorbraak zijn de gevolgen minder groot.

Dit onderzoek laat zien dat klimaatadaptatie en biodiversiteit elkaar niet uitsluiten, maar juist kunnen versterken.

Bregje van Wesenbeeck (Deltares)

Ruimte nodig voor sediment

Op de korte termijn biedt dit mogelijkheden voor het herstellen van deze kenmerkende en waardevolle intergetijdengebieden in de Zeeuwse delta en de Waddenzee. Deze natte natuurgebieden zijn belangrijk voor de miljoenen trekvogels die ieder jaar over ons land vliegen en afhankelijk zijn van het voedsel dat ze op de grens tussen water en land vinden. Op de lange termijn kunnen deze gebieden meegroeien met zeespiegelstijging en daarmee onze weerbaarheid tegen overstromingen vergroten.

De studie laat zien dat naast de natuur ook economische sectoren zoals de schaal- en schelpdierkwekerij en de recreatie en toerisme baat hebben bij herstel van de natuurlijke dynamiek. Er is wel ruimte nodig om luwe gebieden te maken waar het sediment kan bezinken en waar planten kunnen groeien die het sediment invangen en vasthouden.

Bregje van Wesenbeeck, hoogleraar Natuurlijke oplossingen voor waterveiligheid en klimaatadaptatie en als ontwerpleider natuurlijke oplossingen vanuit Deltares betrokken bij dit onderzoek: "We hebben voor dit werk echt gedacht vanuit het natuurlijke systeem om te komen tot nieuwe inzichten over hoe we op lange termijn de waterveiligheid in onze kustzone het beste kunnen realiseren. Daarbij vonden we onder andere dat we veel meer gebruik zouden kunnen maken van de krachten van begroeide intergetijdengebieden, zoals schorren en kwelders, om onze kustzone op meer plekken te laten meegroeien met zeespiegelstijging. Dit onderzoek laat zien dat klimaatadaptatie en biodiversiteit elkaar niet uitsluiten, maar juist kunnen versterken. Door samen te werken met de natuur kunnen we ervoor zorgen dat we zo lang mogelijk kunnen blijven wonen waar we wonen."

Kennisprogramma Zeespiegelstijging

De studie ‘Meegroeien’ is een aanvulling op eerder onderzoek van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging waarbij aan de hand van drie zogeheten denkrichtingen ‘Zeewaarts’, ‘Beschermen’ en ‘Meebewegen’ is onderzocht hoe Nederland in de toekomst veilig gehouden kan worden. Uit die onderzoeken bleek dat er technisch veel mogelijk is om Nederland op verschillende manieren te beschermen tegen zeespiegelstijging, mits er genoeg tijd en ruimte is, maar dat de gevolgen voor de ruimtelijke inrichting van ons land en de natuur ingrijpend zijn

Meegroeilandschappen

In het onderzoek Meegroeien is naast waterveiligheid en verzilting het benutten van de natuurlijke processen en ecosystemen langs de kust als extra uitgangspunt opgenomen. In plaats van dammen en stormvloedkeringen zorgen zogeheten meegroeilandschappen voor de bescherming tegen de zee, in combinatie met aanvullende dijkversterkingen. De landschappen kunnen bijvoorbeeld ontstaan door een paar honderd meter landinwaarts van de bestaande dijk een nieuwe dijk te bouwen.

In de bestaande dijk komen openingen, zodat water en sediment regelmatig het gebied tussen de twee dijken instroomt. Tussen de twee dijken zal in de loop van de tijd een nieuw hoger gelegen gebied ontstaan omdat het slib blijft liggen. Dit nieuwe land kan weer gebruikt worden. Op verschillende plekken in Nederland, zoals langs de Groningse kust, zijn met deze oplossingsrichting de afgelopen jaren al succesvolle experimenten uitgevoerd.

Minister Tieman van Infrastructuur en Waterstaat is blij met de vierde denkrichting die met het nieuwe onderzoek in beeld is gebracht. “Nederland is een waterland met enorm veel kennis. Daar zijn we trots op en die expertise hebben we hard nodig als in de toekomst de zeespiegel stijgt en we veilig willen blijven wonen. We maken nu bij de duinen al gebruik van dynamisch kustbeheer, waarbij zee en wind het zand aanvoeren en de duinen ophogen. Dit onderzoek laat zien dat we die natuurlijke processen nog breder kunnen inzetten om onze delta veilig houden en we dit mee kunnen nemen als optie voor onze gereedschapskist.”

Deltacommissaris Co Verdaas: “Dit onderzoek levert een belangrijke bouwsteen op voor de aanpak voor de lange termijn. Door te werken met de dynamiek van het getij en het slib te benutten kunnen we onze delta letterlijk laten groeien. In de Eems-Dollard wordt al geëxperimenteerd met het ophogen van land door natuurlijke sedimentatie en ik hoop dat we in Zuid-Beveland met een experiment kunnen starten. Dit helpt om ons land te veilig te houden en het mooie is dat ook de natuur hier profijt van heeft.”

Betrokken partijen

Aan het onderzoek, dat in het kader van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Deltacommissaris is gedaan, hebben experts uit de volle breedte van de watersector meegewerkt. Het onderzoek werd geleid door Sweco, Deltares en HKV.

Daarnaast hebben Wageningen University & Research, H+N+S, bureau Stroming, NIOZ, W+B, Haskoning, Van Oord en Boskalis hebben er aan meegewerkt. Het Wereld Natuur Fonds en de topsector Water en Maritiem en het ministerie van Landbouw, Voedsel, Visserij en Natuur hebben het onderzoek mede mogelijk gemaakt.

De resultaten van de studie worden samen met het onderzoek naar de andere denkrichtingen gebruikt bij de verdere uitwerking per regio van mogelijke oplossingen om de zeespiegelstijging op de lange termijn op te vangen.

Klimaatadaptatie en klimaatbestendige investeringen

Meegroeien heeft ook tijd nodig. Daarom is het belangrijk de opwarming van de aarde en de mate van zeespiegelstijging zoveel mogelijk te beperken. Ook is er ruimte nodig. Dat vraagt dat we bij de investeringen die we nu doen rekening houden met de korte- en langetermijn adaptatieopgaven.

Deze pagina delen.