Ga direct naar

In dit webportaal wordt een rekeninstrument aangeboden dat gebruikt kan worden voor twee verschillende toepassingen:

  • de risico’s vast te stellen verbonden aan de verspreiding van bodemverontreiniging via het grondwater
  • de terugsaneerwaarde in het brongebied vast te stellen om tot een acceptabel restrisico te komen.

Hoe werkt WebPlume?

WebPlume bestaat uit meerdere stappen:

WebPlume Tier 1

Richt zich op de verontreinigingsbron en de directe omgeving. De vraag die hier beantwoord wordt is of er een urgent verspreidingsrisico aanwezig is op basis van de verspreiding van de verontreinigingsparameters. Het is de bedoeling zonder al te veel specifieke data hierop een antwoord krijgen. Dit betekent dat zo veel mogelijk gebruik wordt gemaakt van algemene data.

De actuele omstandigheden worden vereenvoudigd weergegeven door een watervoerende laag en een brongebied. Verontreinigingen, die in het brongebied aanwezig zijn, lossen op in het langsstromende grondwater en worden daardoor verspreid. Processen die voor deze verspreiding verantwoordelijk zijn, zijn advectie en dispersie. Tijdens de verspreiding kan vastlegging plaatsvinden door het bodemmateriaal (adsorptie).

Om het effect van deze drie processen te bepalen dienen een aantal parameters ingevoerd te worden:

  • grondsoort (zand, klei of veen)
  • verontreinigingsparameter
  • bronconcentratie
  • omvang van de verontreiniging (lengte hoogte en breedte van de bron).

Op basis van bovenstaande gegevens wordt gebruik gemaakt van informatie uit een database. Het betreft informatie over:

  • de nederlandse toetstingswaardes (streef- tussen- en interventiewaardes)
  • relatie tussen grondsoort en doorlatendheid
  • relatie tussen grondsoort en bulkdichtheid
  • distributiecoëfficiënten van de verontreinigingsparameters( kd of koc )
  • oplosbaarheid van de verontreinigingsparameters
  • dichtheid en viscositeit van puur product van organische verontreinigingen.

Resultaat

De urgentie van het verspreidingsrisico wordt weergegeven middels een risicobalk. Wanneer de volumetoename van verontreinigd grondwater groter is dan 100 m3/jaar, dan is sprake van een urgente situatie. Onzekerheden spelen echter een grote rol en kunnen niet voorkomen worden. Bij de beoordeling van de resultaten wordt daarom rekening gehouden met een marge.

Wanneer de hoeveelheid toegenomen volume minder is dan ¾ van 100 m3/jaar kan gezegd worden dat het niet waarschijnlijk is dat er sprake is van een urgent risico. Dit wordt weergegeven met de kleur groen. Wanneer de volumetoename echter meer dan 1,25 keer de 100 m3/jaar overschrijdt is het zeer waarschijnlijk dat sprake is van een urgente situatie. Dit wordt weergegeven met een rode kleur. In de tijd tussen deze twee marges is het op basis van de ingevoerde gegevens onzeker of er sprake is van een urgent risico.

WebPlume Tier 2

Is ten opzichte van Tier 1 uitgebreid met de mogelijkheid locatiespecifieke data in te voeren om het verspreidingsrisico te kunnen bepalen. Met de locatiespecifieke informatie wordt de berekening als in Tier 1 opnieuw uitgevoerd. Het resultaat is een meer nauwkeurige benadering van de urgentie van het probleem.

De actuele omstandigheden worden vereenvoudigd weergegeven door een watervoerende laag en een brongebied. Verontreinigingen, die in het brongebied aanwezig zijn, lossen op in het langsstromende grondwater en worden daardoor verspreid. Processen die voor deze verspreiding verantwoordelijk zijn, zijn advectie en dispersirie processen te bepalen dienen een aantal parameters ingevoerd te worden:

  • grondsoort (zand, klei of veen)
  • poriewatersnelheid
  • bulkdichtheid
  • organisch stofgehalte
  • verontreinigingsparameter
  • bronconcentratie
  • omvang van de verontreiniging (lengte hoogte en breedte van de bron).

Op basis van bovenstaande gegevens wordt gebruik gemaakt van informatie uit een database. Het betreft informatie over:

  • de nederlandse toetstingswaardes (streef- tussen- en interventiewaardes)
  • relatie tussen grondsoort en doorlatendheid
  • distributiecoëfficiënten van de verontreinigingsparameters( kd of koc );
  • oplosbaarheid van de verontreinigingsparameters
  • dichtheid en viscositeit van puur product van organische verontreinigingen

Resultaat

De urgentie van het verspreidingsrisico wordt weergegeven middels een risicobalk. Wanneer de volumetoename van verontreinigd grondwater groter is dan 100 m3/jaar, dan is sprake van een urgente situatie. Onzekerheden spelen echter een grote rol en kunnen niet voorkomen worden. Bij de beoordeling van de resultaten wordt daarom rekening gehouden met een marge.

Wanneer de hoeveelheid toegenomen volume minder is dan ¾ van 100 m3/jaar kan gezegd worden dat het niet waarschijnlijk is dat er sprake is van een urgent risico. Dit wordt weergegeven met de kleur groen. Wanneer de volumetoename echter meer dan 1,25 keer de 100 m3/jaar overschrijdt is het zeer waarschijnlijk dat sprake is van een urgente situatie. Dit wordt weergegeven met een rode kleur. In de tijd tussen deze twee marges is het op basis van de ingevoerde gegevens onzeker of er sprake is van een urgent risico.

WebPlume Tier 3

In Tier 3 wordt verder gekeken naar de verspreiding van de verontreiniging. Hier worden niet alleen mechanismen zoals advectie en adsorptie (retardatie) meegenomen om de urgentie te bepalen maar ook mechanismen als biodegradatie van organische componenten en dispersie in het bodemsysteem. Om het effect van deze mechanismen te laten zien kan een vereenvoudigde versie van een analytisch transportmodel (DG>Plume) interactief worden gebruikt.

De actuele omstandigheden worden vereenvoudigd weergegeven door een watervoerende laag en een brongebied. Verontreinigingen, die in het brongebied aanwezig zijn, lossen op in het langsstromende grondwater en worden daardoor verspreid. Processen die voor deze verspreiding verantwoordelijk zijn, zijn advectie en dispersie. Tijdens de verspreiding kan vastlegging plaatsvinden door het bodemmateriaal (adsorptie).

Om het effect van deze drie processen te bepalen dienen een aantal parameters ingevoerd te worden:

  • grondsoort (zand, klei of veen)
  • poriewatersnelheid
  • bulkdichtheid
  • organisch stofgehalte
  • verontreinigingsparameter
  • bronconcentratie
  • omvang van de verontreiniging (lengte hoogte en breedte van de bron).

Op basis van bovenstaande gegevens wordt gebruik gemaakt van informatie uit een database. Het betreft informatie over:

  • de nederlandse toetstingswaardes (streef- tussen- en interventiewaardes)
  • relatie tussen grondsoort en doorlatendheid
  • distributiecoëfficiënten van de verontreinigingsparameters( kd of koc )
  • oplosbaarheid van de verontreinigingsparameters
  • dichtheid en viscositeit van puur product van organische verontreinigingen

Resultaat

De urgentie van het verspreidingsrisico wordt weergegeven middels een risicobalk. Wanneer de volumetoename van verontreinigd grondwater groter is dan 100 m3/jaar, dan is sprake van een urgente situatie. Onzekerheden spelen echter een grote rol en kunnen niet voorkomen worden. Bij de beoordeling van de resultaten wordt daarom rekening gehouden met een marge.

Wanneer de hoeveelheid toegenomen volume minder is dan ¾ van 100 m3/jaar kan gezegd worden dat het niet waarschijnlijk is dat er sprake is van een urgent risico. Dit wordt weergegeven met de kleur groen. Wanneer de volumetoename echter meer dan 1,25 keer de 100 m3/jaar overschrijdt is het zeer waarschijnlijk dat sprake is van een urgente situatie. Dit wordt weergegeven met een rode kleur. In de tijd tussen deze twee marges is het op basis van de ingevoerde gegevens onzeker of er sprake is van een urgent risico.

(*) PRAKTIJKDOCUMENT ROSA: Robuuste Saneringsvarianten, Handreiking voor het maken van keuzes en afspraken bij mobiele verontreinigingen. SKB project PP04-102, Gouda, 29 september 2005, pp. 69.

Deze pagina delen.