Vanwege klimaatverandering, erosie en het toegenomen risico op overstromingen moeten de maatregelen tegen klimaatverandering voortdurend worden opgevoerd. Dit vergt grote hoeveelheden natuurlijke hulpbronnen. Tegelijkertijd hebben havens en waterwegen in de EU die toegang bieden aan de scheepvaart te maken met de uitdaging van het beheer van gebaggerde sediment. In totaal gaat het om 200 miljoen m3/jaar (80 miljoen ton).

Op dit moment wordt slechts 1% van het gebaggerde mariene sediment (800.000 ton/jaar) hergebruikt. Het doel van het Europese project SURICATES is om het hergebruik van dit sediment te vergroten en om de risico’s van overstromingen en erosie tegen te gaan.

Om de regionale veerkracht te verbeteren, wordt sediment hergebruikt op drie SURICATES-proeflocaties in drie gebieden van de NWE-zone:

• Haven van Rotterdam (Nederland),
• Schotse kanalen (Schotland, VK),
• La Hisse (Saint-Samson-sur-Rance, Bretagne, Frankrijk).

In totaal wordt zo 220.000 ton sediment gebruikt als grondstof in vier innovatieve projecten, voor de bouw van veerkrachtige beschermingssystemen. Het doel is om projecten te ontwikkelen waarbij binnen de komende vijf jaar 1,3 Mt/jaar fijne sediment kan worden hergebruikt in de NWE-zone en binnen 10 jaar 2,3 Mt/jaar in de hele EU. Met deze doelstelling voor beoogd hergebruikt tonnage is SURICATES met een grootschalig demonstratieproject te noemen.

​Pilot Rotterdamse Haven

De grootschalige (500.000 m3) herverdeling van sediment in de haven herstelt de natuurlijke sedimentbalans. Daarmee voorkomen we erosie en ontstaat meer natuurlijke bescherming tegen overstromingen. Het project wordt uitgevoerd samen met Havenbedrijf Rotterdam en wordt ondersteund door RWS en WWF/Stichting ARK Natuurontwikkeling vanuit het Building with Nature project “Groene Poort”. Dit project profiteert van de betere sedimentbalans.

Belangrijk is het bepalen van de waterbodembalans voor, tijdens en na de herverdeling. Voor Building with Nature proeftuinprojectenis het moeilijk om de exacte impact van de ingreep te bepalen. In dit geval de impact op de waterbodembalans rond de Maeslantkering (Nieuwe Waterweg). De combinatie van intensief onderzoek en nieuwe meettechnieken bepaalt de slibbalans nauwkeurig en laat de effectiviteit van de herverdeling zien.

Door het baggerspecie in beloop te brengen wordt de vooroeverontwikkeling bij “Groene Poort” versterkt en gemonitord. Hiervoor worden drie nieuwe meettechnieken gebruikt:

  1. Gedetailleerd traceronderzoek om de oorsprong, en daarmee het suppletiedeel van het slib bij Groene Poort te volgen.
  2. Optische glasvezelkabels voor ruimtelijke patronen in slibdepositie en erosie, met als doel het vaststellen van de sedimentbalans op systeemniveau.
  3. Het gebruik van drones om de topografie en ondiepe bathymetrie van de Groene Poort te meten, waarbij de impact van de herverdeling op met name de ondiepe meren/struikenzone wordt vastgesteld.
Groen Poort Rozenburg (foto Kees Sloff)

Deze pagina delen.