CO2 is een broeikasgas. Het is belangrijk om de uitstoot ervan te verminderen om de verdere opwarming van de aarde tegen te gaan. Dat lukt natuurlijk niet alleen door Olivijn te gebruiken. De maatregelen om CO2 uitstoot te beperken blijven hard nodig, maar het al uitgestoten CO2 vastleggen helpt de schade te beperken. Kunnen voorspellen hoeveel CO2 Olivijn in de loop der tijd vastlegt is ook in commercieel opzicht interessant.

Waarom is goed kunnen voorspellen interessant?

Door goede voorspellingen te doen over de vastlegging van CO2 wordt het bijvoorbeeld in de bouw mogelijk om uitstoot van CO2 aantoonbaar te compenseren. Wordt er meer gecompenseerd dan gebruikt, dan mag het overschot als rechten worden verkocht. Zo kan investeren in Olivijn interessant worden als alternatieve bouwstof, bijvoorbeeld in de plaats van zand of grind.

Om deze toepassing mogelijk te maken willen we na dit onderzoek nog verder gaan met het gebruiksvriendelijk maken van het model zodat zo veel mogelijk potentiële Olivijn gebruikers er mee kunnen werken. Nu moet je nog veel kennis van de chemie hebben om het model goed te gebruiken. We zoeken voor die verdere ontwikkeling naar partners.

Verweren is CO2 vastleggen

Om CO2 vast te leggen moet Olivijn eerst verweren. Onder welke condities en hoe snel dit in het veld gebeurt was een van de vragen die het twee jaar durende experiment moest gaan beantwoorden. Met die kennis kon het model worden verbeterd.

  • De voorspellingen uit het expert-model zijn goed als het gaat om de natuurlijke verwering en de CO2 vastlegging.

Is nikkel een probleem voor de toepassing ?

Als Olivijn verweert brengt dat een andere stof in het milieu namelijk nikkel. Er zijn Europese richtlijnen voor de risicobeoordeling van nikkel. In de proef is de nikkelbelasting ook meegenomen. In alle gevallen bleef de verontreiniging onder de Europese richtlijnen.

  • De module om mogelijke nikkelverontreiniging te voorspellen en volgens wettelijke criteria te beoordelen is nu toegevoegd aan het expert-model. In deze proef bleven nikkelconcentraties onder de richtlijnen.

Goed om te weten: de proef was op land

Kanttekening bij de uitkomsten over verwering en nikkel is dat de proef op land is gedaan. Deze proef zegt dus niets over toepassing in zoet of zout water. Daar spelen andere chemische en ecologische effecten ook een rol. Dit wordt apart onderzocht onder andere in een studie met NIOZ.

Jos Vink tijdens onderzoek Olivijnvakken
Jos Vink tijdens onderzoek Olivijnvakken

Hoe ging de proef in zijn werk ?

Op het terrein van Deltares zijn in totaal elf proefvakken ingericht. Die lagen op een met regenwater gevoed stuk land en dichter bij de waterkant waar we met grondwater konden testen. Er is per vak op twee dieptes gemeten; olivijn op de bodem gelegd of in de grond gemengd. Er waren vier vakken voor Spaans en vier vakken voor Noors Olivijn, twee vakken voor Wollastoniet. Dat is ook een mineraal dat CO2 vastlegt maar met een andere samenstelling (meer calcium). Er was ook een referentievak, waar geen Olivijn in was verwerkt. Twee Olivijn vakken waren beplant met afwisselend gerst en tarwe om de eventuele effecten daarop te onderzoeken.

Na een proefperiode van 2 jaar en vele metingen over 44 meetpunten is het rapport opgemaakt.

  • We concluderen dat onze voorspellingen kloppen, de nikkelverontreiniging beperkt was en er geen nadelige effecten op de beplanting in de proefvakken waren.

Internationale belangstelling

Het rapport werd geschreven in het Engels omdat er ook internationaal veel belangstelling is voor de duurzame vastlegging van CO2. Op die manier is onze kennis nu beter te delen. De onderzoekers uit het project leggen nu ook de laatste hand aan een vrij beschikbaar wetenschappelijke artikel in een internationaal vakblad.

Rolverdeling en partners

Dit Deltares onderzoek werd onder andere mogelijk gemaakt door TKI financiering. Hiermee investeert het ministerie van Economische Zaken en Klimaat in innovatieve oplossingen. Partners in dit project waren Rijkswaterstaat, Wageningen Universiteit, Van Dijk Maasland en Greensand. Er waren ook bijdragen van de Universiteit van Antwerpen en Green Minerals.

Deze pagina delen.