Bij de aanleg van de Zeesluis IJmuiden en het zoutscherm, dat door middel van selectieve onttrekking verzilting van het Noordzeekanaal tegen moet gaan, is een kleilaag weggegraven. Daardoor zijn twee grondwaterlagen met elkaar verbonden. Hoewel de verzilting waarschijnlijk beperkt zal blijven tot binnen de kanaaloevers, wil Rijkswaterstaat door middel van monitoring eventuele verzilting vroegtijdig constateren en volgen.

Tijdig ingrijpen

Rijkswaterstaat vroeg Deltares een grondwatermeetnet te ontwerpen voor het monitoren van de grondwaterkwaliteit rond het sluizencomplex. Een grondwatermeetnet geeft inzicht in de werking van het grondwatersysteem en mogelijke veranderingen in grondwaterkwaliteit en -standen. Op die manier is het mogelijk om op tijd in te grijpen zodat schade wordt beperkt.

Het grondwatermeetnet bestaat uit peilbuizen die zijn geplaatst op vijftien plekken rondom het sluizencomplex, in ondiepe en diepe watervoerende lagen onder de grond. In de peilbuizen wordt de grondwaterstand automatisch gemeten, wat de stroming van het grondwater laat zien. Daarnaast voert Deltares elke zes maanden een uitgebreide monitoring uit om de grondwaterkwaliteit te bepalen.

Selectieve onttrekking

Door de aanleg van de nieuwe zeesluis IJmuiden stroomt er veel meer zeewater het Noordzeekanaal in. Om verzilting stroomopwaarts tegen te gaan, is in opdracht van Rijkswaterstaat een zoutscherm voor Selectieve Onttrekking aangelegd. Daarvoor moest de bodem van het Binnenspuikanaal aanzienlijk worden verdiept, zodat het zwaardere zoute water zich daar verzamelt en apart kan worden teruggevoerd naar zee.

Trage stroming

Deltares startte begin 2022 met de grondwatermonitoring, tot op heden zijn er door de onderzoekers nog geen grote veranderingen waargenomen. Door de trage stroming van grondwater kan het even duren voordat grote veranderingen zichtbaar zijn.

Bekijk hier actuele meetresultaten

Deze pagina delen.