Er zou grootschalige wateroverlast ontstaan, met in veel gebieden langdurig water op het maaiveld, op wegen, in landbouwgebieden, glastuinbouwgebieden en in steden. De schade is geraamd op 2 miljard euro en kan verder oplopen door maalstops, verdronken riooloverstorten, kadedoorbraken en gemaalstoringen.

Foto: Roel Dijkstra, luchtfoto Maasland, wateroverlast, 17 september 1998

De studie

In juli 2021 werden Limburg, de Ardennen en de Eifel getroffen door wateroverlast en overstromingen, met in Nederland veel schade en in het buitenland zelfs veel slachtoffers. De oorzaak was hevige neerslag. Omdat dergelijke grootschalige neerslag zeldzaam is, maar zich kan herhalen, raadde Deltares in november 2021 aan om bovenregionale stresstesten uit te voeren. Zuid-Holland is de eerste provincie waar deze stresstest is uitgevoerd.

Deltares en de Provincie Zuid-Holland hebben in samenwerking met de waterschappen, Rijkswaterstaat, de gemeentes Dordrecht en Rotterdam een casestudie uitgevoerd naar wat er kan gebeuren als er een grootschalige neerslaggebeurtenis optreedt in Zuid-Holland. Met modellen, berekeningen en in werksessies zijn waterdieptekaarten, overstromingsduur en gevolgen bepaald en is verkend hoe dit meegenomen kan worden in crisismanagement en ruimtelijk beleid.

De casestudie draagt bij aan de aanbevelingen van de beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater en wordt ook gebruikt voor de verdere invulling de komende jaren.

De gevolgen

Grootschalige neerslag zou in de provincie Zuid-Holland leiden tot ongekende wateroverlast, waarbij de schade dan in de orde van miljarden loopt. Op veel plaatsen komt water op het maaiveld en op straat te staan (enkele dagen tot meer dan een week). Ruim 40% van alle landbouwgebieden in het bekeken gebied, grote glastuinbouwgebieden en ook delen van stedelijk gebied zouden te maken krijgen met een laagje water.

In landelijk gebied blijft meer water op het maaiveld staan dan in stedelijke gebieden. Dit komt doordat stedelijke gebieden strengere normen hebben, waardoor er meer pompcapaciteit is en de kades hoger zijn. Bovendien heeft verstedelijking op relatief gunstige plaatsen plaatsgevonden en niet in de meest natte polders. Op de meeste locaties blijft bij grootschalige neerslag de elektriciteit functioneren. Dit komt doordat meer dan 90% van de transformatorhuisjes voldoende hoog liggen.

Toch treedt er op enkele plekken ook stroomuitval op. Veel laaggelegen gedeeltes van wegen lopen onder, waardoor ziekenhuizen, brandweerkazernes en andere belangrijke punten moeilijker bereikbaar worden en ook de mensen in het gebied grote hinder ondervinden. Om te voorkomen dat de gevolgen van grootschalige neerslag desastreus worden, is grote inzet nodig van waterschappen en veiligheidsregio’s. Hoe serieus de wateroverlast ook wordt, het is niet de verwachting dat er grote aantallen slachtoffers vallen.

Grootschalige neerslag is anders dan lokale buien

Als in heel Zuid-Holland extreme neerslag valt, dan ontstaan vooral in gebieden waarvan het regenwater door één waterloop of boezemsysteem moet worden afgevoerd grote problemen. Het water wordt door poldergemalen naar boezems gemalen. Als er tegelijkertijd veel water uit heel veel polders komt, kunnen de boezems het water niet afvoeren naar de grote rivieren of Noordzee.

Bij het Amsterdam-Rijnkanaal en Noordzeekanaal komt het regenwater van grote gebieden uit Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Holland samen. Berekeningen laten zien dat daar in de zomer bij dit soort regenval de peilen zo hoog worden, dat er gemalen uitgezet moeten worden om doorbraken van kades langs het kanaal te voorkomen. Dit maakt de overlast in de gebieden die afwateren op het kanaal groter en langer van duur.

Het gaat hierbij om gebieden zoals de stad Amsterdam, de Haarlemmermeerpolder, de bollengebieden in Noord-Holland en de gebieden ten noorden van Leiden tot aan het Noordzee Kanaal. Op de Zuid-Hollandse eilanden ontstaat bij grootschalige neerslag ook overlast, maar niet veel meer dan bij lokale buien. Deze eilanden voeren de meeste regen gelijk af naar de rivieren en die stijgen niet of nauwelijks door die aanvoer.

Voorkomen kan niet, voorbereiden moet wel

Om te anticiperen op grootschalige neerslag is een nog betere voorbereiding nodig. Door oefeningen te doen of door concrete cases uit te werken met de verantwoordelijke organisaties kan worden gekeken welke informatie mist en of de organisatie op orde is.

Ook is het goed om rekening te houden met de mogelijkheid van grootschalige neerslag in ruimtelijke planning, bijvoorbeeld bij de aanleg van woonwijken en vitale infrastructuur. De Rijksoverheid stuurt hier ook op vanuit de landelijke Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater en de keuze om water en bodem sturend te maken bij ruimtelijke ordening.

Deze pagina delen.