Nederland onderhoudt de kustlijn met jaarlijks zo’n 12 miljoen kubieke meter zand, via suppleties. Dit is een flexibele strategie, die afhankelijk van de snelheid van zeespiegelstijging wordt aangepast, en zodoende makkelijk op- of af- te schalen is. Ook het natuurlijk karakter van de kust blijft behouden. Sinds haar oprichting zorgt Deltares voor veel van de kennis die nodig is om die suppleties te plannen en ontwerpen. Onlangs zijn twee nieuwe richtinggevende studies afgerond.

Hoeveel zand is nodig?

Voor het Kennisprogramma Zeespiegelstijging is zeer uitgebreid gekeken naar de hoeveelheden zand die nodig zijn om bij een stijgende zeespiegel de kustlijn op zijn plaats te houden en tegelijkertijd voldoende veiligheid te bieden. De benodigde hoeveelheden zand zijn een stuk minder dan eerder werd verondersteld. Dat komt omdat nu duidelijk is waar het zand van de suppleties op lange termijn blijft. Dat blijkt grotendeels in een zone te blijven waar de golven de bodem nog bereiken. Door dit vervolgens voor alle typen kust van Nederland door te rekenen, kon Deltares de totale behoefte aan zand (feitelijk sediment, want soms doet slib ook mee) bepalen.

Het gaat nog steeds om grote hoeveelheden, miljarden kubieke meters zand, maar uitgesmeerd over de periode van zeespiegelstijging ontstaat het beeld van een suppletiestrategie die nog heel lang mee kan. Van de huidige suppleties is maar een deel direct met de stijging van de zeespiegel verbonden. Het gaat ook om bestrijden van directe erosie bij kustplaatsen en compenseren van zandimport naar de Waddenzee. Elke mm per jaar dat de zeespiegel sneller stijgt vraagt ongeveer één miljoen m3 zand per jaar extra om de kustlijn op zijn plaats te houden.

Een randvoorwaarde om nog lang voort te gaan met de succesvolle strategie is beleid ten aanzien van de zandvoorraden. Dat vraagt ruimtelijke ordening van de Noordzee en terughoudendheid met grote projecten en kustuitbreiding die veel zand vragen.

Naar emissievrij suppleren

Een tweede studie, uitgevoerd in een kennisalliantie met de TU Delft, Rijkswaterstaat en de Nederlandse Vereniging van Waterbouwers, de ‘Dutch Coastline Challenge’ laat zien welke mogelijkheden er zijn om het suppleren zelf te verduurzamen. Gekeken is naar minder uitstoot van CO2 en stikstof en streven naar meer ecologische winst via het kustonderhoud. Een belangrijke aanbeveling is te kijken hoe de sprong naar duurzaamheid versneld kan worden door extra inspanningen in suppleties en kennis van de zandige Nederlandse kust.

Het project heeft heel duidelijk gedemonstreerd dat via samenwerking tussen overheid, kennisinstituten en het bedrijfsleven sneller kennis wordt ontwikkeld en praktische aanbevelingen tot stand komen. Een vervolg dat duurzaam suppleren dichterbij brengt wordt best ook via zo’n kennisalliantie begeleid.

Tenslotte

De beide studies laten zien dat de huidige strategie voor de zandige kust nog lang kan worden volgehouden en ook duurzamer kan. De keuze om deze strategie te veranderen hoeft nu nog niet genomen te worden. Het kan later en dan is er meer en betere kennis, dus dat is goed nieuws.

Deltares heeft eerder studies gedaan in het kader van het Kennisprogramma zeespiegelstijging. Zo is gekeken naar gevolgen voor zoetwater en oplossingsrichtingen voor aanpassen aan klimaatverandering.

Deze pagina delen.