Een verbindend toekomstperspectief voor het landelijk gebied
Voor herstel van natuur en landschap én duidelijkheid voor boeren zijn robuuste keuzes nodig voor de inrichting van de landbouw en het waterbeheer. In Nederland is ruimte voor intensieve én extensieve landbouw. Als die maar op de goede plek plaatsvinden, daar waar het duurzaam kan, stelt Gerard Blom, strategisch adviseur op het gebied van water en bodem bij Deltares. Na veertig jaar werken aan water en bodem bij WUR, Rijkswaterstaat en Deltares, integreert Blom verschillende invalshoeken en schetst hij een toekomstperspectief voor het landelijk gebied.

Goede balans tussen landbouw en natuur
Geen sector is zo verbonden met bodem, water en landschap als de landbouw. 66% van Nederland is landbouwgrond. Het Nederlandse landschap kan niet zonder boeren. Al decennia lang zoekt Nederland naar een goede balans tussen landbouw en natuur. Na de Tweede Wereldoorlog is Nederland opnieuw ingericht met als doel een stijgende landbouwproductie en is het waterbeheer ‘geoptimaliseerd’ om dat te bereiken. Daardoor verdroogden natuurgebieden. Door mest en gewasbeschermingsmiddelen, raakten bodem, water en lucht verontreinigd, blijkt uit diverse onderzoeken van WUR, RIVM, PBL en Deltares. Ondanks de vele maatregelen, gaat de natuur nog steeds achteruit.
‘Middel-‘ of ’doelsturing’; ‘scheiden’ of ‘verweven’
Er zijn al veel studies en adviezen verschenen over een toekomstbestendige landbouw, zowel van kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties als van (oud-) bestuurders. De discussie over landbouw spitst zich nu toe op ‘middel-‘ of ‘doelsturing’; legt de overheid maatregelen op, óf emissiedoelen? Daarbij is het aan de boer hoe die doelen worden gerealiseerd. De discussie over natuur en landbouw gaat over intensief óf extensief; scheiden óf verweven.
Sturing op doelen
In zijn essay ‘Het landelijk gebied – Naar een toekomstperspectief op waterbasis’ beschrijft Gerard Blom deze verschillende invalshoeken en geeft hij een verbindend perspectief voor het landelijk gebied, op basis van toekomstbestendige ruimtelijke keuzes voor de landbouw en een ander waterbeheer. Deltares-experts pleiten voor sturing met doelen op watersysteem- en landschapsniveau, met daaruit afgeleid indicatoren op bedrijfsniveau. In navolging van het advies van de commissie Remkes (‘Wat wel kan’ uit 2022), stelt Blom dat in Nederland ruimte is voor intensieve én extensieve landbouw, als die op de goede plek plaatsvinden, daar waar het duurzaam kan.

‘De goede plek’ houdt rekening met de toekomst
Door klimaatverandering staat de landbouw onder druk. Nu al is er regelmatig grote schade door extreme neerslag of langdurige droogte. Die schade zal in de toekomst toenemen. Deltares-onderzoek laat zien dat vruchtbare landbouwgebieden in het noorden en westen dreigen te verzilten. En dat de rivieren door de steeds drogere zomers te weinig water aanvoeren om heel Nederland van zoet water te voorzien.
Uit alles wat Blom in zijn essay beschrijft volgt dat voor duurzaam ruimtegebruik, duidelijkheid voor boeren en bedrijven op de toekomstgerichte keuzes voor de ruimtelijke inrichting van de landbouw nodig zijn, met water en bodem sturend. Blom volgt hier de visie van WUR: op de kleigronden is er plek voor grootschalige, internationaal competitieve landbouw, met akkerbouw, vollegrondsgroenteteelt en intensieve melkveehouderij. Akkerbouwers en veetelers gebruiken elkaars reststromen, werken samen in ‘kringlooplandbouw’.

"De grote ruimtelijke opgaven van deze tijd zijn complex en stapelen zich op: stikstof, waterkwaliteit, natuurherstel, klimaat, etc. Voor bestuurders ligt een belangrijke taak hier overzicht in te houden. Juist hier ligt een belangrijke taak voor kennisinstellingen, door structuur aan te brengen, de samenhang te laten zien en handelingsperspectieven te bieden. Niet alles kan tegelijk, maar met realistische keuzes en slimme combinaties kunnen we wél vooruit."
- André van Lammeren, algemeen directeur Environmental Sciences Group, WUR
Op de zand- en veengronden vindt extensieve, multifunctionele landbouw plaats, gecombineerd met bijvoorbeeld agrotoerisme en ecosysteemdiensten zoals waterberging, en versterking van de landschappelijke waarde en biodiversiteit. De veengebieden zijn vooral geschikt voor extensieve melkveehouderij en op zandgronden is er plek voor een mix van extensieve akkerbouw en veehouderij.
Een ander waterbeheer
Dat vraagt ook om keuzes in het waterbeheer. ‘Goede landbouw’ kan alleen daar waar met aanvoer en vasthouden van steeds schaarser zoetwater de verzilting is tegen te gaan. Voor een goede balans tussen natuur en landbouw op de zandgronden beveelt Deltares aan: minder eruit en meer erin. Dus minder snel water afvoeren, minder grondwater oppompen en meer regenwater laten infiltreren.

“Nederland wordt natter, droger, heter en extremer. We staan voor onafwendbare keuzes in hoe we omgaan met water, ruimte en landgebruik. Alleen door onze opgaven te verbinden aan de andere transities in het landelijk gebied, kunnen we toekomstbestendig blijven. Het goede nieuws is: we zien dat het kan, in de praktijk. Nu is het tijd om te kiezen, te delen en duidelijk te maken wat wél kan."
- Lilian van den Aarsen, directeur Staf Deltacommissaris