Sinds 2014 onderhoudt Deltares de Zeespiegelmonitor in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Hiermee wordt de stand en ontwikkeling van de zeespiegel vastgesteld, ter ondersteuning van het waterveiligheidsbeleid. Aan de hand van de resultaten van de Zeespiegelmonitor wordt o.a. bepaald hoeveel zand er jaarlijks gesuppleerd dient te worden. De Zeespiegelmonitor speelt ook een rol bij de beoordeling en het ontwerp van de primaire waterkeringen.

De jaarlijkse stand van de zeespiegel wordt bepaald aan de hand van de waarnemingen van de zes Nederlandse hoofdgetijdenstations (Delfzijl, Harlingen, Den Helder, IJmuiden, Hoek van Holland en Vlissingen). Het peilstation Delfzijl wordt door Rijkswaterstaat momenteel nauwkeurig gecontroleerd en is daarom niet in de berekening meegenomen, net als vorig jaar. De zeespiegel stond in 2022 jaargemiddeld op 9,5 cm boven NAP. Na correctie voor windopzet en getij was de waterstand de hoogste ooit, zie de figuur.

Gecorrigeerde zeespiegelstijging (GTSM) en trends
De stand van de zeespiegel sinds 1890. De waarde voor elk jaar is gebaseerd op ca. 262.000 metingen. De groene lijn laat de best passende trend zien.

Afgelopen jaar kon Deltares de stand van de zeespiegel nog zuiverder vaststellen, dankzij geavanceerde analysetechnieken die de invloed van de wind op de zeespiegel nauwkeuriger berekenen. Hierbij kan bijna 30 jaar verder worden teruggekeken (1950 in plaats van 1979). De conclusies over de trends van de stijging van de zeespiegel veranderden daar echter niet door.

Martijn Klein Obbink (Rijkswaterstaat): "Het volgen van de zeespiegel is van groot belang voor Nederland. Met de Zeespiegelmonitor hebben we weer een goed beeld van de actuele stijging langs de Nederlandse kust. Rijkswaterstaat en KNMI blijven ook in de komende jaren de zeespiegelstijging nauwkeurig volgen."

Deze pagina delen.