Met de Zeespiegelmonitor wordt de stand en ontwikkeling van de zeespiegel vastgesteld, bedoeld voor het waterveiligheidsbeleid. Met de resultaten van de Zeespiegelmonitor wordt onder andere vastgesteld hoeveel zand er jaarlijks gesuppleerd moet worden. De Zeespiegelmonitor speelt ook een rol bij de beoordeling en het ontwerp van de primaire waterkeringen.

Het resultaat van de Zeespiegelmonitor wordt representatief geacht voor de gemiddelde zeespiegelstijging in de komende 15 jaar. In de vorige twee rapportages (Zeespiegelmonitor 2014 en Zeespiegelmonitor 2018) is geconcludeerd er een constante trend is sinds 1900. In de meest recente Zeespiegelmonitor uit 2022 is een andere conclusie getrokken en onderbouwd.

De stijging van de zeespiegel langs de Nederlandse kust kan nu het best beschreven worden door een trend tot ca. 1990 van 1.8 ± 0.1 mm/jaar. Sinds ca. 1990 stijgt de zeespiegel sneller, met een gemiddelde jaarlijkse stijging van 2.9 ± 0.4 mm/jaar.

Dit past bij de verwachting, op basis van de kennis over de wereldwijde stand van de zeespiegel, van een versnelling van de zeespiegelstijging. Voor de komende 15 jaar is een trend van 2.9 mm/jaar een verantwoorde benadering.

Zeespiegelmonitor 2022 en 2023

De conclusies van de rapportage uit 2022 (met data tot en met 2021) zijn bevestigd met de data van 2022, waaruit bleek dat de zeespiegel in 2022 jaargemiddeld op 9,5 cm boven NAP stond. Inmiddels is ook de stand van de zeespiegel voor 2023 bepaald. Na correctie komt deze ca. 3 cm hoger uit dan op basis van de trend van de laatste 30 jaar kon worden verwacht (groene lijn in de figuur). Dit verandert de conclusies uit de rapportage van 2022 niet, ook niet over de gemiddelde stijging over de laatste 30 jaar.

De stand van de zeespiegel sinds 1890. De waarde voor elk jaar is gebaseerd op ca. 262.000 metingen. De groene lijn laat de best passende trend zien.

Uitschieters van enkele centimeters ten opzichte van de verwachte zeespiegel zijn vaker te zien. Hiervoor zijn geen eenduidige verklaringen. Soms is er een redelijk vermoeden zoals bij de lage waarden na de grote vulkaanuitbarsting van de Pino Tubo begin jaren 1990, die voor een daling van temperatuur en daarmee zeespiegel zorgde. Voor 2023 geldt in ieder geval dat het klimatologisch op mondiaal niveau een extreem jaar was, inclusief een El Niño event. Zie ook: FAQ zeespiegelstijging | Deltares

Verhoogde betrouwbaarheid sinds 2023

De invloed van de wind op de jaarlijkse gemiddelde waterstand wordt tegenwoordig (vanaf 2023) met een nieuwe methode, nauwkeuriger bepaald, inmiddels voor alle jaren na 1950. De gegevens in de zeespiegelmonitor 2022 en 2023 hebben daardoor een kleinere onzekerheid dan voorheen en de conclusies over de zeespiegelstijging zijn robuuster. Dat verhoogt de betrouwbaarheid van de beschrijving van de lokale zeespiegelstijging in recente perioden.

Hoe wordt de jaarlijkse stand van de zeespiegel bepaald?

De jaarlijkse stand van de zeespiegel wordt dankzij waarnemingen van de zes Nederlandse hoofdgetijdenstations (Delfzijl, Harlingen, Den Helder, IJmuiden, Hoek van Holland en Vlissingen). Het peilstation Delfzijl wordt door Rijkswaterstaat momenteel nauwkeurig gecontroleerd en is daarom niet in de berekening meegenomen, net als vorig jaar.

Het volgen van de zeespiegel is van groot belang voor Nederland. De jaarlijkse update, samen met de rapportage Zeespiegelmonitor 2022, geeft een goed beeld van de actuele stijging langs de Nederlandse kust. Nederland blijft deze ook in de komende nauwkeurig volgen.

Deze pagina delen.