Nog geen woestijn maar wel droog: de Nederlandse zandgronden
Beregeningsverboden, heidebranden en verlies aan biodiversiteit op de Nederlandse zandgronden. Het laat zien dat er ook in ons waterrijke land gebieden zijn waar droogte een serieus probleem is.

De jaren 2018, 2019 en 2020 waren in Nederland erg droog. Op de zandgronden in het oosten en zuiden van Nederland veroorzaakte dit flink veel schade aan natuur en landbouw. Het leidde tot beregeningsverboden, heidebranden en verlies aan biodiversiteit. Sinds 2019 zijn er daarom verschillende projecten gestart die onderzoek doen naar droogte, klimaatadaptatie en waterbeheer specifiek voor dit gebied.

Wat maakt zandgronden zo kwetsbaar
De zandgronden zijn voor hun water vooral afhankelijk van neerslag. Iets wat ontbreekt in droge periodes. De huidige inrichting, het waterbeheer en de benutting in de zandgebieden van Nederland zijn nog niet aangepast om de effecten van droogte op te vangen. Het grondwater wordt niet voldoende aangevuld, beken vallen droog. Ontwatering is daarvoor de belangrijkste reden. Via sloten, drainagebuizen en andere watergangen wordt het water dat op het land valt snel afgevoerd. Onttrekkingen via diepe en ondiepe grondwaterputten doen de spreekwoordelijke rest. Natuurlijk zijn er regionaal en lokaal verschillen omdat er sprake is van variaties in de opbouw van de ondergrond en het land- en watergebruik.

Wat helpt is een watertransitie
De inrichting van het gebied en het watersysteem zouden aangepast moeten worden op het scenario waarin periodes van droogte vaker voorkomen en langer duren. Naast het opschalen van klimaatadaptieve maatregelen is voor deze watertransitie aanpassing van het landgebruik onvermijdelijk. .
Een watertransitie op de zandgronden vraagt om de volgende aanpassingen:
- Regenwater op tijd, in grotere hoeveelheden en langer vasthouden in de bodem door aanpassingen in de ontwatering, van de grotere waterschapsloten tot de haarvaten van het watersysteem. Daarnaast de grondwateraanvulling in de infiltratiegebieden bevorderen.
- Grondwateronttrekkingen reduceren. Voor drinkwater en industrie zoeken naar alternatieve bronnen of compenseren via infiltratie van overtollig water in de winter. Voor beregening kan dit door andere gewassen of slimme watervoorspellingssystemen
- Maatwerk op gebiedsniveau samen met land- en watergebruikers
- Transities combineren en afstemmen (water, landbouw, stikstof, energie)
De hoge zandgronden zijn bij lange na nog geen Nederlandse Sahara, maar we moeten wel in actie komen om dit gebied voor toekomstige generaties leefbaar te houden.
Over de auteurs
Dimmie Hendriks is grondwaterspecialist bij Deltares en richt zich vooral op vraagstukken rondom droogte, waterbeschikbaarheid en klimaatadaptatie en de bijdrage van digitalisering voor de watersector. Dimmie is medetrekker van het innovatieplatform DigiShape Droogte en van het Deltares’ onderzoeksprogrammaoperationeel waterbeheer en informatievoorziening.
Perry de Louw is tevens grondwaterspecialist (geohydroloog) bij Deltares en de WUR (Wageningen). Hij richt zich vooral op het grondwaterbeheer in combinatie met mogelijke watertekorten. Is het mogelijk om zoetwater ondergronds op te slaan voor drogere tijden (infiltratie), wat houdt vasthouden van grondwater precies in en hoe effectief zijn bufferzones rondom natuurgebieden? Samen met onder andere KNOWH2O en KWR rond hij momenteel een groot onderzoek naar oplossingen voor de droogte op de hoge zandgronden af waarvan de definitieve rapportage met bevindingen voor de zomer wordt verwacht
De jaren 2018, 2019 en 2020 waren in Nederland erg droog. Op de zandgronden in het oosten en zuiden van Nederland veroorzaakte dit flink veel schade aan natuur en landbouw. Het leidde tot beregeningsverboden, heidebranden en verlies aan biodiversiteit. Sinds 2019 zijn er daarom verschillende projecten gestart die onderzoek doen naar droogte, klimaatadaptatie en waterbeheer specifiek voor dit gebied.

Wat maakt zandgronden zo kwetsbaar
De zandgronden zijn voor hun water vooral afhankelijk van neerslag. Iets wat ontbreekt in droge periodes. De huidige inrichting, het waterbeheer en de benutting in de zandgebieden van Nederland zijn nog niet aangepast om de effecten van droogte op te vangen. Het grondwater wordt niet voldoende aangevuld, beken vallen droog. Ontwatering is daarvoor de belangrijkste reden. Via sloten, drainagebuizen en andere watergangen wordt het water dat op het land valt snel afgevoerd. Onttrekkingen via diepe en ondiepe grondwaterputten doen de spreekwoordelijke rest. Natuurlijk zijn er regionaal en lokaal verschillen omdat er sprake is van variaties in de opbouw van de ondergrond en het land- en watergebruik.

Wat helpt is een watertransitie
De inrichting van het gebied en het watersysteem zouden aangepast moeten worden op het scenario waarin periodes van droogte vaker voorkomen en langer duren. Naast het opschalen van klimaatadaptieve maatregelen is voor deze watertransitie aanpassing van het landgebruik onvermijdelijk. .
Een watertransitie op de zandgronden vraagt om de volgende aanpassingen:
- Regenwater op tijd, in grotere hoeveelheden en langer vasthouden in de bodem door aanpassingen in de ontwatering, van de grotere waterschapsloten tot de haarvaten van het watersysteem. Daarnaast de grondwateraanvulling in de infiltratiegebieden bevorderen.
- Grondwateronttrekkingen reduceren. Voor drinkwater en industrie zoeken naar alternatieve bronnen of compenseren via infiltratie van overtollig water in de winter. Voor beregening kan dit door andere gewassen of slimme watervoorspellingssystemen
- Maatwerk op gebiedsniveau samen met land- en watergebruikers
- Transities combineren en afstemmen (water, landbouw, stikstof, energie)
De hoge zandgronden zijn bij lange na nog geen Nederlandse Sahara, maar we moeten wel in actie komen om dit gebied voor toekomstige generaties leefbaar te houden.
Over de auteurs
Dimmie Hendriks is grondwaterspecialist bij Deltares en richt zich vooral op vraagstukken rondom droogte, waterbeschikbaarheid en klimaatadaptatie en de bijdrage van digitalisering voor de watersector. Dimmie is medetrekker van het innovatieplatform DigiShape Droogte en van het Deltares’ onderzoeksprogrammaoperationeel waterbeheer en informatievoorziening.
Perry de Louw is tevens grondwaterspecialist (geohydroloog) bij Deltares en de WUR (Wageningen). Hij richt zich vooral op het grondwaterbeheer in combinatie met mogelijke watertekorten. Is het mogelijk om zoetwater ondergronds op te slaan voor drogere tijden (infiltratie), wat houdt vasthouden van grondwater precies in en hoe effectief zijn bufferzones rondom natuurgebieden? Samen met onder andere KNOWH2O en KWR rond hij momenteel een groot onderzoek naar oplossingen voor de droogte op de hoge zandgronden af waarvan de definitieve rapportage met bevindingen voor de zomer wordt verwacht