1. Hoe ontstonden de hoge waterstanden?

Als delta voert Nederland niet alleen eigen water af, maar ook dat uit omliggende landen zoals Zwitserland, Duitsland, België en Frankrijk. De rivieren kregen grote hoeveelheden regenwater te verwerken. In de maanden vooraf regende het veel, waardoor de grond op veel plekken volledig verzadigd raakte. De regen die tijdens de kerstvakantie viel, kwam daardoor grotendeels relatief snel ten afvoer.

Water in de Waddenzee is door meerdere stormen vanuit het (noord)westen opgestuwd. Daardoor kon er maar in beperkte mate worden gespuid vanuit het IJsselmeer naar de Waddenzee. In combinatie met de grote aanvoer van de IJssel, Vecht en andere regionale wateren, leidde dat tot recordhoogtes van het IJsselmeerpeil.

Vervolgens zorgde storm Henk op 2 januari nog voor extra hoge waterstanden op diverse locaties langs het IJsselmeer. Vanwege het hoge peil op het IJsselmeer kon het water van het Markermeer langdurig niet gespuid worden op het IJsselmeer en werd ook op het Markermeer een recordhoog peil bereikt. Zo bereikte het hoge water in de grote rivieren een niveau dat maar eens per vijf jaar wordt gezien. Voor de meren en de Vecht was het extremer en zijn recordhoogtes bereikt sinds het begin van de metingen.

Hoog water in Wijk bij Duurstede. Foto Raymond Rutting

2. Wat waren de gevolgen?

Hoewel de Maeslantkering in de Nieuwe Waterweg al vaker gesloten is, was het de eerste keer sinds de bouw van de kering in 1997 dat het formeel vastgestelde sluitcriterium werd bereikt: drie meter boven NAP. Daardoor lag voor het eerst de scheepvaart even stil.

Tijdens Kerstmis waren de waterschappen en Rijkswaterstaat druk in de weer met dijkinspecties en zandzakken leggen, zoals aan de IJsselkade in Deventer. In de crisisadviesgroepen van Rijkswaterstaat werkten collega’s van Deltares hard aan de verwachtingen en het monitoren van de waterstanden voor, tijdens en na de stormen en hoogwaterpieken.

Overstroomde speeltuin in Ommen. Foto Ferdinand Diermanse

Naast wateroverlast in kelders en op straten op diverse plekken in Nederland, spoelde op 3 januari door de harde stroming in de Maas de overlaat bij Bosscherveld deels weg. Ook kwamen hier enkele woonboten in de problemen en moesten bewoners worden geëvacueerd. Eén woonboot sloeg los en raakte een brugpijler verderop in de Maas.

De afvoer van de zijrivieren naar de IJssel en de afvoer van de IJssel naar het IJsselmeer werden bemoeilijkt door de hoge waterstanden; daarom zijn op diverse locatie pompen ingezet. Verder is langs de rivieren het grondwater omhoog gedrukt door de hoge rivierstand. Ongeveer een derde van het water dat moest worden weggepompt was kwelwater.

Hoog water Hoorn 2024 3 Raymond Rutting website

3. Wat was het effect van Ruimte voor de rivier?

Door de hoogwaters in 1993 en 1995, kwamen overheden en waterschappen tot het inzicht dat dijken verhogen niet voldoende was. De rivieren moesten meer ruimte krijgen en dat kreeg vanaf de eeuwwisseling vorm in het programma Ruimte voor de rivier. Door onder andere de uiterwaarden te verbreden en verdiepen en het verwijderen van grote obstakels, kregen de grote rivieren Rijn, IJssel, Waal, Nederrijn, Lek en Maas meer ruimte om buiten hun oevers te treden. Ook kwamen er aftakkingen die alleen volstromen bij extreem hoog water, zoals de geul Veessen-Wapenveld ten noorden van Deventer. Dijken zijn verder landinwaarts geplaatst en er zijn nevengeulen gegraven.

Het huidige hoogwater was geen uitdagende test voor de Ruimte voor de rivier-maatregelen, omdat de afvoeren in de grote rivieren niet extreem hoog waren. In 2021 zijn die maatregelen wel getest tijdens het extreme hoogwater op de Maas, toen de plaatsen Itteren en Borgharen droog bleven. Die liepen in 1993 en 1995 nog onder, terwijl de piekafvoer in 2021 hoger was.

Zandzakken aan de IJsselkade in Deventer. Foto Ronald Roosjen

4. Het hoge water is weer aan het zakken, krijgen we hier in de toekomst vaker last van?

Hoge waterstanden in onze grote rivieren zullen we waarschijnlijk in de toekomst vaker zien. Klimaatverandering zorgt ’s winters voor meer regen in de stroomgebieden, blijkt uit de klimaatscenario’s die de KNMI afgelopen oktober presenteerde. En hoe hoger de temperatuur, hoe meer neerslag in de Alpen valt als regen in plaats van sneeuw. Voor een flink deel stroomt die regen rechtstreeks naar Nederland, terwijl de sneeuw zou blijven liggen en langzaam als smeltwater zou wegstromen.

Als deze klimaatscenario’s worden vertaald naar het afvoerregime van de Rijn en Maas, zoals Deltares berekende, is te zien dat voor beide rivieren de gemiddelde winter- en voorjaarsafvoeren toenemen. Als de wereldwijde opwarming rond de drie graden wordt - relatief ten opzichte van het begin van de Industriële Revolutie - stroomt er tijdens een winterpiek acht tot vijftien procent meer water door de Rijn. Frederiek Sperna Weiland en haar team werken nog aan berekeningen van waterstanden die slechts eens in de duizend of zelfs tienduizend jaar voorkomen. Die scenario-analyses zullen uiteindelijk worden gebruikt om te bepalen hoe we onszelf kunnen blijven beschermen tegen extreem weer.

De IJssel bij Deventer. Foto Ferdinand Diermanse

Over het algemeen is ons waterbeheer geslaagd voor deze stresstest. Desondanks moet in de toekomst waarschijnlijk meer geld worden geïnvesteerd om het risico op overstromingen te beperken vanwege klimaatverandering en zeespiegelstijging.

Onderzoek naar de impact en het effect van de afvoerscenario’s doen we samen met de overheid en andere kennisinstellingen in talloze vervolgstudies, waaronder beleidsstudies zoals Deltaprogramma Zoetwater, Kennisprogramma Zeespiegelstijging, Programma Klimaatbestendige Zoetwatervoorziening Hoofdwatersysteem en het Programma Integraal Riviermanagement.

5. Wat leren we van deze hoogwaterpiek? Wat is er nog nodig?

Wat we hiervan leren is dat autoriteiten ook kleine, regionale rivieren zoals de Vecht, de Regge en de Dinkel in de gaten moeten houden. De veiligheid daar is voor nu goed op orde, maar de komende vijf jaar werkt Deltares samen met kennisinstituten van bovenstrooms gelegen landen hoe ze beter kunnen samenwerken in de kleine wateren. In dit samenwerkingsprogramma JCAR-ATRACE kijken we met België, Luxemburg en Duitsland naar overstromings- en droogtebeheer en onderzoek. Door de gemeenschappelijke kennisbasis over extreme overstromingen en droogtes voor regionale wateren te verstevigen en beschikbaar te stellen, kunnen regionale overheden zich beter voorbereiden op de gevolgen van extreem weer. De landen moeten zien te voorkomen dat ze elkaar in de wielen rijden.

Stel dat België inzet op het zo snel mogelijk afvoeren van water in rivieren in plaats van water ergens vasthouden, dan leidt dat tot problemen benedenstrooms, dus in Nederland.

Nathalie Asselman, expert overstromingen bij Deltares.

Daarnaast is de recordhoogte van de meerpeilen een aanleiding om de kans hierop eens nader te onderzoeken. Is die in de afgelopen jaren toegenomen, of was dit echt een toevallige uitschieter? En hoe verandert de kans als de nieuwe pompen en sluizen bij de Afsluitdijk zijn gerealiseerd?

Hoog water Lexmond 2023 2024 1 Raymond Rutting website
Volendam nieuwjaar hoogwater 3 Raymond Rutting website

Deze pagina delen.